19 For I have known him, to the end that he may command his children and his household after him, that they may keep the way of Jehovah, to do righteousness and justice; to the end that Jehovah may bring upon Abraham that which he hath spoken of him.

19 Want Ik heb hem gekend, opdat hij zijn kinderen en zijn huis na hem zoude bevelen, en zij den weg des HEEREN houden, om te doen gerechtigheid en gerichte; opdat de HEERE over Abraham brenge, hetgeen Hij over hem gesproken heeft.