48 Now he that betrayed him gave them a sign, saying, Whomsoever I shall kiss, that is he: take him. 49 And straightway he came to Jesus, and said, Hail, Rabbi; and kissed him.

48 En die Hem verried, had hun een teken gegeven, zeggende: Dien ik zal kussen, Dezelve is het, grijpt Hem.

49 En terstond komende tot Jezus, zeide hij: Wees gegroet, Rabbi! en hij kuste Hem.