20 Wisdom crieth aloud in the street;
She uttereth her voice in the broad places;
21 She crieth in the chief place of concourse;
At the entrance of the gates,
In the city, she uttereth her words:
22 How long, ye simple ones, will ye love simplicity?
And scoffers delight them in scoffing,
And fools hate knowledge?
23 Turn you at my reproof:
Behold, I will pour out my spirit upon you;
I will make known my words unto you.
20 De opperste Wijsheid roept overluid daar buiten; Zij verheft haar stem op de straten.
21 Zij roept in het voorste der woelingen; aan de deuren der poorten spreekt Zij Haar redenen in de stad;
22 Gij slechten! hoe lang zult gij de slechtigheid beminnen, en de spotters voor zich de spotternij begeren, en de zotten wetenschap haten?
23 Keert u tot Mijn bestraffing; ziet, Ik zal Mijn Geest ulieden overvloediglijk uitstorten; Ik zal Mijn woorden u bekend maken.