1 What shall we say then? Shall we continue in sin, that grace may abound? 2 God forbid. We who died to sin, how shall we any longer live therein?

1 Wat zullen wij dan zeggen? Zullen wij in de zonde blijven, opdat de genade te meerder worde?

2 Dat zij verre. Wij, die der zonde gestorven zijn, hoe zullen wij nog in dezelve leven?