16 耶 和 华 神 吩 咐 他 说 : 园 中 各 样 树 上 的 果 子 , 你 可 以 随 意 吃 ,

17 只 是 分 别 善 恶 树 上 的 果 子 , 你 不 可 吃 , 因 为 你 吃 的 日 子 必 定 死 !

16 En de HEERE God gebood den mens, zeggende: Van allen boom dezes hofs zult gij vrijelijk eten;

17 Maar van den boom der kennis des goeds en des kwaads, daarvan zult gij niet eten; want ten dage, als gij daarvan eet, zult gij den dood sterven.