31 你 要 怀 孕 生 子 , 可 以 给 他 起 名 叫 耶 稣 。

32 他 要 为 大 , 称 为 至 高 者 的 儿 子 ; 主 神 要 把 他 祖 大 卫 的 位 给 他 。

33 他 要 作 雅 各 家 的 王 , 直 到 永 远 ; 他 的 国 也 没 冇 穷 尽 。

31 En zie, gij zult bevrucht worden, en een Zoon baren, en zult Zijn naam heten JEZUS.

32 Deze zal groot zijn, en de Zoon des Allerhoogsten genaamd worden; en God, de Heere, zal Hem den troon van Zijn vader David geven.

33 En Hij zal over het huis Jakobs Koning zijn in der eeuwigheid, en Zijns Koninkrijks zal geen einde zijn.