1 But I commend to you Phoebe, our sister, who is minister of the assembly which is in Cenchrea;
2 that ye may receive her in {the} Lord worthily of saints, and that ye may assist her in whatever matter she has need of you; for *she* also has been a helper of many, and of myself.
1 En ik beveel u Febe, onze zuster, die een dienares is der Gemeente, die te Kenchreen is;
2 Opdat gij haar ontvangt in den Heere, gelijk het den heiligen betaamt, en haar bijstaat, in wat zaak zij u zou mogen van doen hebben; want zij is een voorstandster geweest van velen, ook van mijzelven.