3 knowing that the proving of your faith works endurance.

4 But let endurance have {its} perfect work, that ye may be perfect and complete, lacking in nothing.

3 Wetende, dat de beproeving uws geloofs lijdzaamheid werkt.

4 Doch de lijdzaamheid hebbe een volmaakt werk, opdat gij moogt volmaakt zijn en geheel oprecht, in geen ding gebrekkelijk.