4 Se, opblåst og uærlig er hans sjel i ham*; men den rettferdige skal leve ved sin tro. / {* kaldeeren.}
4 Ziet, zijn ziel verheft zich, zij is niet recht in hem; maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven.
4 Se, opblåst og uærlig er hans sjel i ham*; men den rettferdige skal leve ved sin tro. / {* kaldeeren.}
4 Ziet, zijn ziel verheft zich, zij is niet recht in hem; maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven.