1 De HEERE nu had tot Mozes en tot Aaron in Egypteland gesproken, zeggende:

30 En Farao stond op bij nacht, hij en al zijn knechten, en al de Egyptenaars; en er was een groot geschrei in Egypte; want er was geen huis, waarin niet een dode was.

1 En die HERE het met Moses en A„ron in Egipteland gespreek en gesê:

30 Toe staan Farao in die nag op, hy en al sy dienaars en al die Egiptenaars, en daar was 'n groot gejammer in Egipte, want daar was geen huis waar geen dooie in was nie.