8 Doch nu, HEERE! Gij zijt onze Vader; wij zijn leem, en Gij zijt onze pottenbakker, en wij allen zijn Uwer handen werk.

8 Maar nou, HERE, U is ons Vader; ons is die klei, en U is ons Formeerder, en ons almal is die werk van u hand.