17 Ijzer scherpt men met ijzer; alzo scherpt een man het aangezicht zijns naasten.
17 Yster slyp yster, so slyp die een mens die persoon van die ander.
17 Ijzer scherpt men met ijzer; alzo scherpt een man het aangezicht zijns naasten.
17 Yster slyp yster, so slyp die een mens die persoon van die ander.