2 Weidt de kudde Gods, die onder u is, hebbende opzicht daarover, niet uit bedwang, maar gewilliglijk; noch om vuil gewin, maar met een volvaardig gemoed;
3 Noch als heerschappij voerende over het erfdeel des Heeren maar als voorbeelden der kudde geworden zijnde.
2 Soignez le troupeau de Dieu qui est au milieu de vous, veillant sur lui, non par contrainte, mais volontairement; non pour un gain honteux, mais par un raisonnement réfléchi;
3 Non comme ayant la domination sur les héritages du Seigneur, mais en étant les modèles du troupeau.