8 En Die gekomen zijnde, zal de wereld overtuigen van zonde, en van gerechtigheid, en van oordeel:

9 Van zonde, omdat zij in Mij niet geloven;

10 En van gerechtigheid, omdat Ik tot Mijn Vader heenga, en gij zult Mij niet meer zien;

11 En van oordeel, omdat de overste dezer wereld geoordeeld is.

8 Et quand il sera venu, il convaincra les monde de péché, de justice et de jugement:

9 De péché, parce qu'ils ne croient point en moi;

10 De justice, parce que je m'en vais à mon Père, et que vous ne me verrez plus;

11 De jugement, parce que le règne de ce monde est déjà jugé.