11 En in het huis gekomen zijnde, vonden zij het Kindeken met Maria, Zijn moeder, en nedervallende hebben zij Hetzelve aangebeden; en hun schatten opengedaan hebbende, brachten zij Hem geschenken: goud en wierook, en mirre.

11 进 了 房 子 , 看 见 小 孩 子 和 他 母 亲 马 利 亚 , 就 俯 伏 拜 那 小 孩 子 , 揭 幵 宝 盒 , 拿 黄 金 、 乳 香 、 没 葯 为 礼 物 献 给 他 。