1 En als de dag van het Pinkster feest vervuld werd, waren zij allen eendrachtelijk bijeen.
12 En zij ontzetten zich allen, en werden twijfelmoedig, zeggende, de een tegen den ander: Wat wil toch dit zijn?
1 五 旬 節 到 了 、 門 徒 都 聚 集 在 一 處 。
12 眾 人 就 都 驚 訝 猜 疑 、 彼 此 說 、 這 是 甚 麼 意 思 呢 。