8 En Zacheus stond, en zeide tot den Heere: Zie, de helft van mijn goederen, Heere, geef ik den armen; en indien ik iemand iets door bedrog ontvreemd heb, dat geef ik vierdubbel weder.

8 撒 該 站 著 、 對 主 說 、 主 阿 、 我 把 所 有 的 一 半 給 窮 人 . 我 若 訛 詐 了 誰 、 就 還 他 四 倍 。