17 En Ananias ging heen en kwam in het huis; en de handen op hem leggende, zeide hij: Saul, broeder! de Heere heeft mij gezonden, namelijk Jezus, Die u verschenen is op den weg, dien gij kwaamt, opdat gij weder ziende en met den Heiligen Geest vervuld zoudt worden.
18 En terstond vielen af van zijn ogen gelijk als schellen, en hij werd terstond wederom ziende; en stond op, en werd gedoopt.
17 亚拿尼亚就去了, 进了那家, 为扫罗按手, 说: "扫罗弟兄, 在你来的路上向你显现的耶稣, 就是主, 差我来使你可以看见, 又被圣灵充满。"
18 立刻有鳞状的东西, 从扫罗的眼里掉下来, 他就能看见了。于是起来, 受了洗,