3 Zalig zijn de armen van geest; want hunner is het Koninkrijk der hemelen.
4 Zalig zijn die treuren; want zij zullen vertroost worden.
5 Zalig zijn de zachtmoedigen; want zij zullen het aardrijk beerven.
6 Zalig zijn die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid; want zij zullen verzadigd worden.
7 Zalig zijn de barmhartigen; want hun zal barmhartigheid geschieden.
8 Zalig zijn de reinen van hart; want zij zullen God zien.
9 Zalig zijn de vreedzamen; want zij zullen Gods kinderen genaamd worden.
10 Zalig zijn die vervolgd worden om der gerechtigheid wil; want hunner is het Koninkrijk der hemelen.
11 Zalig zijt gij, als u de mensen smaden, en vervolgen, en liegende alle kwaad tegen u spreken, om Mijnentwil.
12 Verblijdt en verheugt u; want uw loon is groot in de hemelen; want alzo hebben zij vervolgd de profeten, die voor u geweest zijn.
3 "心灵贫乏的人有福了, 因为天国是他们的。
4 哀痛的人有福了, 因为他们必得安慰。
5 温柔的人有福了, 因为他们必承受地土。
6 爱慕公义如饥如渴的人有福了, 因为他们必得饱足。
7 怜悯人的人有福了, 因为他们必蒙怜悯。
8 内心清洁的人有福了, 因为他们必看见 神。
9 使人和平的人有福了, 因为他们必称为 神的儿子。
10 为义遭受迫害的人有福了, 因为天国是他们的。
11 人若因我的缘故辱骂你们, 迫害你们, 并且捏造各样坏话毁谤你们, 你们就有福了。
12 你们应该欢喜快乐, 因为你们在天上的赏赐是大的; 在你们以前的先知, 他们也曾这样迫害。