16 Jezus zeide tot haar: Maria! Zij, zich omkerende, zeide tot Hem: Rabbouni, hetwelk is gezegd: Meester.
17 Jezus zeide tot haar: Raak Mij niet aan, want Ik ben nog niet opgevaren tot Mijn Vader; maar ga heen tot Mijn broeders, en zeg hun: Ik vare op tot Mijn Vader en uw Vader, en tot Mijn God en uw God.
18 Maria Magdalena ging en boodschapte den discipelen, dat zij den Heere gezien had, en dat Hij haar dit gezegd had.
16 Jesus sier til henne: Maria! Da vender hun sig om og sier til ham på hebraisk: Rabbuni! det er mester.
17 Jesus sier til henne: Rør ikke ved mig! for jeg er ennu ikke faret op til Faderen; men gå til mine brødre og si til dem: Jeg farer op til min Fader og eders Fader, og til min Gud og eders Gud!
18 Maria Magdalena kommer og forteller disiplene: Jeg har sett Herren, og at han hadde sagt dette til henne.