32 En wat zal ik nog meer zeggen? Want de tijd zal mij ontbreken, zou ik verhalen van Gideon, en Barak, en Samson, en Jeftha, en David, en Samuel, en de profeten;

32 Ja mida ma veel ütleksin? Mul puudub aeg jutustada Giideonist ja Baarakist ja Simsonist ja Jeftast ja Taavetist ja Saamuelist ja prohvetitest,