16 En Jezus, gedoopt zijnde, is terstond opgeklommen uit het water; en ziet, de hemelen werden Hem geopend, en hij zag den Geest Gods nederdalen, gelijk een duive, en op Hem komen.

17 En ziet, een stem uit de hemelen, zeggende: Deze is Mijn Zoon, Mijn Geliefde, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb!

16 Kui nüüd Jeesus oli ristitud, tuli Ta sedamaid veest välja. Ja ennäe, taevad avanesid, ja Ta nägi Jumala Vaimu laskuvat alla kui tuvi ja tulevat Tema peale.

17 Ja vaata, taevast kostis hääl, mis ütles: „Seesinane on Minu armas Poeg, Kellest Mul on hea meel!"