11 Ik ben de goede Herder; de goede herder stelt zijn leven voor de schapen.
11 Io sono il buon pastore; il buon pastore mette la sua vita per le pecore.
11 Ik ben de goede Herder; de goede herder stelt zijn leven voor de schapen.
11 Io sono il buon pastore; il buon pastore mette la sua vita per le pecore.