1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester. HEERE! Gij doorgrondt en kent mij.
2 Gij weet mijn zitten en mijn opstaan; Gij verstaat van verre mijn gedachten.
3 Gij omringt mijn gaan en mijn liggen; en Gij zijt al mijn wegen gewend.
4 Als er nog geen woord op mijn tong is, zie, HEERE! Gij weet het alles.
1 Au chef des chantres. De David. Psaume. Eternel! tu me sondes et tu me connais,
2 Tu sais quand je m'assieds et quand je me lève, Tu pénètres de loin ma pensée;
3 Tu sais quand je marche et quand je me couche, Et tu pénètres toutes mes voies.
4 Car la parole n'est pas sur ma langue, Que déjà, ô Eternel! tu la connais entièrement.