2 En als zij den Heere dienden, en vastten, zeide de Heilige Geest: Zondert Mij af beiden Barnabas en Saulus tot het werk, waartoe Ik hen geroepen heb.
3 Toen vastten en baden zij, en hun de handen opgelegd hebbende, lieten zij hen gaan.
2 Kartą, kai jie tarnavo Viešpačiui ir pasninkavo, Šventoji Dvasia pasakė: "Išskirkite man Barnabą ir Saulių darbui, kuriam Aš juos pašaukiau".
3 Tuomet jie pasninkavo ir meldėsi, ir, uždėję ant jų rankas, išleido.