20 Ik ben met Christus gekruist; en ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij; en hetgeen ik nu in het vlees leef, dat leef ik door het geloof des Zoons van God, Die mij liefgehad heeft, en Zichzelven voor mij overgegeven heeft.
20 Esu nukryžiuotas su Kristumi. Ir daugiau ne aš gyvenu, o gyvena manyje Kristus. Ir dabar, gyvendamas kūne, gyvenu tikėjimu į Dievo Sūnų, kuris pamilo mane ir paaukojo save už mane.