7 Door het geloof heeft Noach, door Goddelijke aanspraak vermaand zijnde van de dingen, die nog niet gezien werden, en bevreesd geworden zijnde, de ark toebereid tot behoudenis van zijn huisgezin; door welke ark hij de wereld heeft veroordeeld, en is geworden een erfgenaam der rechtvaardigheid, die naar het geloof is.

7 Tikėjimu Nojus, Dievo perspėtas apie tuo metu dar nematomus dalykus, būdamas dievobaimingas, pastatė arką savo šeimai išgelbėti; tikėjimu jis pasmerkė pasaulį ir paveldėjo tikėjimo teisumą.