2 En sommige vrouwen, die van boze geesten en krankheden genezen waren, namelijk Maria, genaamd Magdalena, van welke zeven duivelen uitgegaan waren;
3 En Johanna, de huisvrouw van Chusas, den rentmeester van Herodes, en Susanna, en vele anderen, die Hem dienden van haar goederen.
2 ir kelios moterys, išgydytos nuo piktųjų dvasių bei ligų: Marija, vadinama Magdaliete, iš kurios buvo išėję septyni demonai,
3 Erodo prievaizdo Chūzo žmona Joana, Zuzana ir daug kitų, kurios jiems tarnavo savo turtu.