14 Is iemand krank onder u? Dat hij tot zich roepe de ouderlingen der Gemeente, en dat zij over hem bidden, hem zalvende met olie in den Naam des Heeren.

15 En het gebed des geloofs zal den zieke behouden, en de Heere zal hem oprichten, en zo hij zonden gedaan zal hebben, het zal hem vergeven worden.

14 Kas nors pas jus serga? Tepasikviečia bažnyčios vyresniuosius, ir jie tesimeldžia už jį, patepdami aliejumi Viešpaties vardu.

15 Ir tikėjimo malda išgelbės ligonį, ir Viešpats jį pakels, o jeigu jis būtų nusidėjęs, jam bus atleista.