2 Maar uw ongerechtigheden maken een scheiding tussen ulieden en tussen uw God, en uw zonden verbergen het aangezicht van ulieden, dat Hij niet hoort.
2 Engari na o koutou he i wehe koutou ko to koutou Atua, na o koutou hara ano i huna ai tona mata ki a koutou, te whakarongo ai ia.