31 Wat zullen wij dan tot deze dingen zeggen? Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?
31 Что же сказать на это? Если Бог за нас, кто против нас?
31 Wat zullen wij dan tot deze dingen zeggen? Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?
31 Что же сказать на это? Если Бог за нас, кто против нас?