25 Hij antwoordde en zeide: Ziet, ik zie vier mannen, los wandelende in het midden des vuurs, en er is geen verderf aan hen; en de gedaante des vierden is gelijk eens zoons der goden.

25 ענה ואמר הא־אנה חזה גברין ארבעה שרין מהלכין בגוא־נורא וחבל לא־איתי בהון ורוה די [רביעיא כ] (רביעאה ק) דמה לבר־אלהין׃ ס