9 Kiam ili trapasis, Elija diris al Eliŝa:Petu, kion mi faru al vi, antaŭ ol mi estos prenita for de vi. Kaj Eliŝa diris:Duobla parto de via spirito estu do sur mi.

9 Het geschiedde nu, als zij overgekomen waren, dat Elia zeide tot Elisa: Begeer wat ik u doen zal, eer ik van bij u weggenomen worde. En Elisa zeide: Dat toch twee delen van uw geest op mij zijn!