8 Per la fido Abraham, vokite, obeis eliri en lokon, kiun li estis ricevonta kiel heredaĵon; kaj li eliris, ne sciante, kien li iras.

8 Door het geloof is Abraham, geroepen zijnde, gehoorzaam geweest, om uit te gaan naar de plaats, die hij tot een erfdeel ontvangen zou; en hij is uitgegaan, niet wetende, waar hij komen zou.