33 Kui nüüd Jeesus nägi teda nutvat ja juute, kes temaga olid tulnud, ka nutvat, ärritus Ta vaimus ja võpatas.

33 Jezus dan, als Hij haar zag wenen, en de Joden, die met haar kwamen, ook wenen, werd zeer bewogen in den geest, en ontroerde Zichzelven;