19 Or la sera di quello stesso giorno, chera il primo della settimana, ed essendo, per timor de Giudei, serrate le porte del luogo dove si trovavano i discepoli, Gesù venne e si presentò quivi in mezzo, e disse loro:
20 Pace a voi! E detto questo, mostrò loro le mani ed il costato. I discepoli dunque, comebbero veduto il ignore, si rallegrarono.
21 Allora Gesù disse loro di nuovo: Pace a voi! Come il Padre mi ha mandato, anchio mando voi.
22 E detto questo, soffiò su loro e disse: Ricevete lo Spirito Santo.
23 A chi rimetterete i peccati, saranno rimessi; a chi li riterrete, saranno ritenuti.
19 Als het dan avond was, op denzelven eersten dag der week, en als de deuren gesloten waren, waar de discipelen vergaderd waren om de vreze der Joden, kwam Jezus en stond in het midden, en zeide tot hen: Vrede zij ulieden!
20 En dit gezegd hebbende, toonde Hij hun Zijn handen en Zijn zijde. De discipelen dan werden verblijd, als zij den Heere zagen.
21 Jezus dan zeide wederom tot hen: Vrede zij ulieden, gelijkerwijs Mij de Vader gezonden heeft, zende Ik ook ulieden.
22 En als Hij dit gezegd had, blies Hij op hen, en zeide tot hen: Ontvangt den Heiligen Geest.
23 Zo gij iemands zonden vergeeft, dien worden zij vergeven; zo gij iemands zonden houdt, dien zijn zij gehouden.