34 Non pensate chio sia venuto a metter pace sulla terra; non son venuto a metter pace, ma spada.
34 Meent niet, dat Ik gekomen ben, om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard.
34 Non pensate chio sia venuto a metter pace sulla terra; non son venuto a metter pace, ma spada.
34 Meent niet, dat Ik gekomen ben, om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard.