12 Après donc qu'il leur eut lavé les pieds, et qu'il eut repris son manteau, s'étant remis à table, il leur dit: Savez-vous ce que je vous ai fait?
15 Car je vous ai donné un exemple, afin que vous fassiez comme je vous ai fait.
12 Als Hij dan hun voeten gewassen, en Zijn klederen genomen had, zat Hij wederom aan, en zeide tot hen: Verstaat gij, wat Ik ulieden gedaan heb?
15 Want Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat, gelijkerwijs Ik u gedaan heb, gijlieden ook doet.