3 Et il leur dit plusieurs choses par des similitudes, et il leur parla ainsi:
4 Un semeur sortit pour semer; et comme il semait, une partie de la semence tomba le long du chemin; et les oiseaux vinrent et la mangèrent toute.
5 Une autre partie tomba sur les endroits pierreux, où elle n'avait que peu de terre; et elle leva aussitôt, parce qu'elle n'entrait pas profondément dans la terre;
6 Mais le soleil étant levé, elle fut brûlée; et parce qu'elle n'avait point de racine, elle sécha.
7 Une autre partie tomba parmi les épines; et les épines crûrent et l'étouffèrent.
8 Et une autre partie tomba dans la bonne terre, et rapporta du fruit: un grain en rapporta cent, un autre soixante, et un autre trente.
9 Que celui qui a des oreilles pour entendre, entende.
3 En Hij sprak tot hen vele dingen door gelijkenissen, zeggende: Ziet, een zaaier ging uit om te zaaien.
4 En als hij zaaide, viel een deel van het zaad bij den weg; en de vogelen kwamen en aten datzelve op.
5 En een ander deel viel op steenachtige plaatsen, waar het niet veel aarde had; en het ging terstond op, omdat het geen diepte van aarde had.
6 Maar als de zon opgegaan was, zo is het verbrand geworden; en omdat het geen wortel had, is het verdord.
7 En een ander deel viel in de doornen; en de doornen wiesen op, en verstikten hetzelve.
8 En een ander deel viel in de goede aarde, en gaf vrucht, het een honderd-, het ander zestig-, en het ander dertig voud.
9 Wie oren heeft om te horen, die hore.