7 Demandez, et on vous donnera; cherchez, et vous trouverez; heurtez, et on vous ouvrira.

8 Car quiconque demande, reçoit; et qui cherche, trouve; et l'on ouvre à celui qui heurte.

7 Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt, en gij zult vinden; klopt, en u zal opengedaan worden.

8 Want een iegelijk, die bidt, die ontvangt; en die zoekt, die vindt; en die klopt, dien zal opengedaan worden.