3 Et Jésus, étendant la main le toucha, et lui dit: Je le veux, sois nettoyé. Et aussitôt il fut nettoyé de sa lèpre.

3 En Jezus, de hand uitstrekkende, heeft hem aangeraakt, zeggende: Ik wil, word gereinigd! En terstond werd hij van zijn melaatsheid gereinigd.