14 Ja hän on oleva sinulle iloksi ja riemuksi, ja monet iloitsevat hänen syntymisestään.

15 Sillä hän on oleva suuri Herran edessä; viiniä ja väkijuomaa hän ei juo, ja hän on oleva täytetty Pyhällä Hengellä hamasta äitinsä kohdusta.

16 Ja hän kääntää monta Israelin lapsista Herran, heidän Jumalansa, tykö.

13 Maar de engel zeide tot hem: Vrees niet, Zacharias! want uw gebed is verhoord, en uw vrouw Elizabet zal u een zoon baren, en gij zult zijn naam heten Johannes.

14 En u zal blijdschap en verheuging zijn, en velen zullen zich over zijn geboorte verblijden.

15 Want hij zal groot zijn voor den Heere; noch wijn, noch sterken drank zal hij drinken, en hij zal met den Heiligen Geest vervuld worden, ook van zijner moeders lijf aan.

16 En hij zal velen der kinderen Israels bekeren tot den Heere, hun God.

17 En hij zal voor Hem heengaan, in den geest en de kracht van Elias, om te bekeren de harten der vaderen tot de kinderen, en de ongehoorzamen tot de voorzichtigheid der rechtvaardigen, om den Heere te bereiden een toegerust volk.