16 Ja hän saapui Nasaretiin, jossa hänet oli kasvatettu, ja meni tapansa mukaan sapatinpäivänä synagoogaan ja nousi lukemaan.

17 Niin hänelle annettiin profeetta Esaiaan kirja, ja kun hän avasi kirjan, löysi hän sen paikan, jossa oli kirjoitettuna:

20 Ja käärittyään kirjan kokoon hän antoi sen palvelijalle ja istuutui; ja kaikkien synagoogassa olevien silmät olivat häneen kiinnitetyt.

16 En Hij kwam te Nazareth, daar Hij opgevoed was, en ging, naar Zijn gewoonte, op den dag des sabbats in de synagoge; en stond op om te lezen.

17 En Hem werd gegeven het boek van den profeet Jesaja; en als Hij het boek opengedaan had, vond Hij de plaats, daar geschreven was;

18 De Geest des Heeren is op Mij, daarom heeft Hij Mij gezalfd; Hij heeft Mij gezonden, om den armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen, die gebroken zijn van hart;

19 Om den gevangenen te prediken loslating, en den blinden het gezicht, om de verslagenen heen te zenden in vrijheid; om te prediken het aangename jaar des Heeren.

20 En als Hij het boek toegedaan en den dienaar wedergegeven had, zat Hij neder; en de ogen van allen in de synagoge waren op Hem geslagen.

21 En Hij begon tot hen te zeggen: Heden is deze Schrift in uw oren vervuld.