1 I exhort therefore, first of all, that petitions, prayers, intercessions, and givings of thanks be made for all men, 2 for kings and all who are in high places, that we may lead a tranquil and quiet life in all godliness and reverence.

1 Ik vermaan dan voor alle dingen, dat gedaan worden smekingen, gebeden, voorbiddingen, dankzeggingen, voor alle mensen;

2 Voor koningen, en allen, die in hoogheid zijn; opdat wij een gerust en stil leven leiden mogen in alle godzaligheid en eerbaarheid.