2 En dit is die name van die twaalf apostels: die eerste Simon wat Petrus genoem word, en Andr,as, sy broer; Jakobus, die seun van Sebed,Âs, en Johannes, sy broer;
3 Filippus en Bartholom,Âs; Thomas en Matth,Âs, die tollenaar; Jakobus, die seun van Alf,Âs, en Lebb,Âs wat genoem word Thadd,Âs;
4 Simon Kanan¡tes en Judas Isk riot, die een wat Hom verraai het.
2 De namen nu der twaalf apostelen zijn deze: de eerste, Simon, gezegd Petrus, en Andreas, zijn broeder; Jakobus, de zoon van Zebedeus, en Johannes, zijn broeder;
3 Filippus en Bartholomeus; Thomas en Mattheus, de tollenaar; Jakobus, de zoon van Alfeus, en Lebbeus, toegenaamd Thaddeus;
4 Simon Kananites, en Judas Iskariot, die Hem ook verraden heeft.