31 'n Ander gelykenis het Hy hulle voorgehou en gesê: Die koninkryk van die hemele is soos 'n mosterdsaad wat 'n man neem en in sy land saai;

32 wat wel die kleinste is van al die soorte saad, maar as dit gegroei het, groter is as die groentesoorte en 'n boom word, sodat die voëls van die hemel kom en nes maak in sy takke.

31 Een andere gelijkenis heeft Hij hun voorgesteld, zeggende: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan het mosterdzaad, hetwelk een mens heeft genomen en in zijn akker gezaaid;

32 Hetwelk wel het minste is onder al de zaden, maar wanneer het opgewassen is, dan is 't het meeste van de moeskruiden, en het wordt een boom, alzo dat de vogelen des hemels komen en nestelen in zijn takken.