1 以 色 列 啊 , 你 要 归 向 耶 和 华 ― 你 的 神 ; 你 是 因 自 己 的 罪 孽 跌 倒 了 。
2 当 归 向 耶 和 华 , 用 言 语 祷 告 他 说 : 求 你 除 净 罪 孽 , 悦 纳 善 行 ; 这 样 , 我 们 就 把 嘴 唇 的 祭 代 替 牛 犊 献 上 。
3 我 们 不 向 亚 述 求 救 , 不 骑 埃 及 的 马 , 也 不 再 对 我 们 手 所 造 的 说 : 你 是 我 们 的 神 。 因 为 孤 儿 在 你 ― 耶 和 华 那 里 得 蒙 怜 悯 。
4 我 必 医 治 他 们 背 道 的 病 , 甘 心 爱 他 们 ; 因 为 我 的 怒 气 向 他 们 转 消 。
5 我 必 向 以 色 列 如 甘 露 ; 他 必 如 百 合 花 幵 放 , 如 利 巴 嫩 的 树 木 扎 根 。
6 他 的 枝 条 必 延 长 ; 他 的 荣 华 如 橄 榄 树 ; 他 的 香 气 如 利 巴 嫩 的 香 柏 树 。
7 曾 住 在 他 荫 下 的 必 归 回 , 发 旺 如 五 榖 , 幵 花 如 葡 萄 树 。 他 的 香 气 如 利 巴 嫩 的 酒 。
8 以 法 莲 必 说 : 我 与 偶 象 还 冇 甚 么 关 涉 呢 ? 我 ― 耶 和 华 回 答 他 , 也 必 顾 念 他 。 我 如 青 翠 的 松 树 ; 你 的 果 子 从 我 而 得 。
9 谁 是 智 慧 人 , 可 以 明 白 这 些 事 ; 谁 是 通 达 人 , 可 以 知 道 这 一 切 。 因 为 , 耶 和 华 的 道 是 正 直 的 ; 义 人 必 在 其 中 行 走 , 罪 人 却 在 其 上 跌 倒 。
1 Samaria zal woest worden, want zij is wederspannig geweest tegen haar God; zij zullen door het zwaard vallen, hun kinderkens zullen verpletterd, en hun zwangere vrouwen zullen opengesneden worden.
2 Bekeer u, o Israel! tot den HEERE, uw God, toe; want gij zijt gevallen om uw ongerechtigheid.
3 Neem deze woorden met u, en bekeer u tot den HEERE; zeg tot Hem: Neem weg alle ongerechtigheid, en geef het goede, zo zullen wij betalen de varren onzer lippen.
4 Assur zal ons niet behouden, wij zullen niet rijden op paarden, en tot het werk onzer handen niet meer zeggen: Gij zijt onze God. Immers zal een wees bij U ontfermd worden.
5 Ik zal hunlieder afkering genezen, Ik zal hen vrijwilliglijk liefhebben; want Mijn toorn is van hem gekeerd.
6 Ik zal Israel zijn als de dauw; hij zal bloeien als de lelie, en hij zal zijn wortelen uitslaan als de Libanon.
7 Zijn scheuten zullen zich uitspreiden, en zijn heerlijkheid zal zijn als des olijfbooms, en hij zal een reuk hebben als de Libanon.
8 Zij zullen wederkeren, zittende onder zijn schaduw; zij zullen ten leven voortbrengen als koren, en bloeien als de wijnstok; zijn gedachtenis zal zijn als de wijn van Libanon.
9 Efraim! wat heb Ik meer met de afgoden te doen? Ik heb hem verhoord, en zal op hem zien; Ik zal hem zijn als een groenende denneboom; uw vrucht is uit Mij gevonden. [ (Hosea 14:10) Wie is wijs? die versta deze dingen; wie is verstandig? die bekenne ze; want des HEEREN wegen zijn recht, en de rechtvaardigen zullen daarin wandelen, maar de overtreders zullen daarin vallen. ]