28 En de engel tot haar ingekomen zijnde, zeide: Wees gegroet, gij begenadigde; de Heere is met u; gij zijt gezegend onder de vrouwen.

31 En zie, gij zult bevrucht worden, en een Zoon baren, en zult Zijn naam heten JEZUS.

28 E, entrando o anjo onde ela estava disse: Salve, agraciada; o Senhor é contigo.

31 Eis que conceberás e darás à luz um filho, ao qual porás o nome de Jesus.