31 En zie, gij zult bevrucht worden, en een Zoon baren, en zult Zijn naam heten JEZUS.
31 Et tu concevras et tu enfanteras un fils, et tu appelleras son nom JÉSUS.
31 En zie, gij zult bevrucht worden, en een Zoon baren, en zult Zijn naam heten JEZUS.
31 Et tu concevras et tu enfanteras un fils, et tu appelleras son nom JÉSUS.