16 Zain. Zij denkt om een akker, en krijgt hem; van de vrucht harer handen plant zij een wijngaard.
16 Ji apžiūri lauką, jį nuperka ir savo rankų pelnu užveisia vynuogyną.
16 Zain. Zij denkt om een akker, en krijgt hem; van de vrucht harer handen plant zij een wijngaard.
16 Ji apžiūri lauką, jį nuperka ir savo rankų pelnu užveisia vynuogyną.